Snijd de peterselie fijn en maak de wortelen schoon. Schil de aardappelen en kook deze beetgaar. Verhit in een koekenpan een beetje boter en bak hierin de kipfilets bruin en door en door gaar. Haal ze uit de pan en zet ze weg tot later gebruik. Leg de wortelen in een grote hapjespan en giet er een klein beetje water bij. Draai het vuur hoog en kook de wortelen beetgaar. Zodra de wortelen gaar zijn, het vuur hoog zetten (het water moet verdampt zijn, giet het anders af) en 50 gram boter toevoegen. Bak de wortelen tot ze mooi glanzen. Draai het vuur laag onder de wortelen en voeg de honing en de whiskey toe. Breng op smaak met (flink) peper en zout. Laat de whiskey verdampen en haal van de hittebron. Bestrooi met wat peterselie (bewaar een beetje voor garnering). Los de maïzena op in een beetje water. Smelt 25 gram boter in de koekenpan van de kip. Draai het vuur zacht en voeg het bouillonblokje, de slagroom en 100 milliliter water toe. Schenk het maïzena papje erbij en laat de saus binden. Rasp de kaas. Leg de kip in de saus. Strooi de geraspte kaas over de kip en leg de deksel op de pan. Laat de kaas smelten en roer de saus af en toe even door. Verdeel de kipfilets, aardappelen en wortelen over vier borden en strooi er de rest van de peterselie over. Serveer direct.